Hoeveel Prosecco-druiven kent u? Alleen de Glera?
23.03.2023
Prosecco wordt doorgaans geassocieerd met één druif: de Glera. Maar in feite zijn er vijf en misschien komt er zelfs een zesde bij.
Bij Champagne zijn het er 7, ook al denken veel wijnliefhebbers dat er slechts drie zijn, met name de Pinot Meunier, Pinot noir en Chardonnay. Maar in feite mogen àlle pinots gebruikt worden en ook de Petit Meslier.
Bij Prosecco, vroeger verward met de naam van de druif zelf, leren de meeste wijninstellingen dat de deze mousserende wijn enkel op basis van Glera mag geproduceerd worden. Er wordt sinds enkele jaren natuurlijk een uitzondering gemaakt voor de Prosecco rosé. Hier mag men ook een gedeelte Pinot noir toevoegen, naar keuze uit eigen regio of van elders in Italië. Maar dat is niet wat we bedoelen.
Conegliano en Valdobbiadene
Zoals de wijnliefhebber weet komt de betere Posecco uit de regio Conegliano Valdobbiadene Superiore DOCG-regio. Het landschap is hier gewelfder (vooral in Valdobbiadene), de productieregels strenger en de aanplant diverser. Hier vindt men niet alleen de erg vigoureuze Glera tonda, maar ook nog vier andere druivenrassen.
Om te beginnen de Pinot noir, maar die mag niet verwerkt worden in de Conegliano Valdobbiadene Superiore DOCG en de toezichthouder laat ook geen productie toe van rosé-bubbels onder vlag van de DOCG.
Het tweede druivenras is de Glera lunga of de 'lange Glera'. De druiventrossen zijn inderdaad langer, maar minder breed en daardoor minder productief. Vandaar dat veel producenten ze links lieten liggen en de voorkeur gaven aan de 'tonda'. De aroma's zijn evenwel frisser en kruidiger dan deze van de 'tonde'.
De derde druif is de Perera, waarvan de naam verwijst naar een 'perenaroma'. Er is dus een link tussen ons woord 'peer' en hun Perera, in het Italiaans is peer trouwens ook 'pera'. De druif werd al beschreven in de 18de eeuw. De dikke schil staat ook garant voor meer aromatische rijkdom, maar het resultaat blijft een frisse, delicate wijn.
(lees verder onder de foto)
Vervolgens hebben we de Verdiso waarvan de groenige schijn (denk aan het Franse 'vert') van de druif ook vertaald wordt naar het aromaprofiel: vegetaler en met een hoge zuurgraad: best interessant voor een mousserende wijn.
Tenslotte is er de Bianchetta. Ook hier verwijst de naam naar de kleur: de wijn die eruit voortkomt is nagenoeg wit. De druif is bekend uit de 17de eeuw en was toen populair omwille van zijn minerale en peperige toets.
Behalve de Glera tonda zijn de druivenrassen zeldzaam geworden. maar er is minstens één winery die ze alle vijf nog gebruikt voor haar Prosecco Valdobbiadene DOCG en dat is Marchiori.
Maar hoe zit het dan met de Grapariol, de zesde druif die hier afgebeeld staat? Dat blijkt een oude pre-phyloxera druif te zijn die in de verdrukking zit omdat de druif dunsmakende wijn en (te) hoge zuren voortbrengt. De wijnbouwers van de streek hielden er niet van en ze mag ook niet gebruikt worden volgens de DOCg-regels. Maar wat niet is kan nog komen, zo leert ons de klimaatwijziging...
(foto boven ©Hannelore Jaeken - Vino)