Sauvignon Blanc: Van Experiment naar Groei van de Druif in Bulgarije
11.04.2025

Lang tijd beschouwd als een bescheiden gast in de Bulgaarse wijngaarden, heeft de Sauvignon Blanc zich in de loop der tijd gevestigd als een van de meest gewaardeerde en het best aangepaste buitenlandse witte druivensoorten voor het lokale terroir. Zijn geschiedenis in het land combineert wijntraditie, wetenschappelijke experimenten en een passie voor wijnmaken van topkwaliteit.
Vage oorsprong, duidelijke vestiging
Hoewel de exacte oorsprong van de Sauvignon Blanc onderwerp van discussie blijft, stemmen de meeste bronnen ermee in dat de druif zijn oorsprong in Frankrijk heeft. De druif werd op een onbekend tijdstip in Bulgarije geïntroduceerd, en tussen 1909 en 1911 werd de eerste ampelografische beschrijving in het land gemaakt. Het was echter in 1936, na verschillende studies door experts, dat de aanplant officieel werd aanbevolen.
In die tijd werd de druif in de wijnbouwplannen beschouwd als een industriële variëteit, met name in de tweede subregio van de oostelijke wijnbouwregio. De eerste aanplantingen waren bescheiden en lokaal, en de druif werd toen eenvoudigweg aangeduid als "Sauvignon". Pas na het jaar 2000 werd de volledige naam "Sauvignon Blanc" gangbaar in de gespecialiseerde Bulgaarse literatuur.
Decennia van onderzoek en experimenten
Al in de jaren 1950 kreeg de druif veel aandacht. Aan het Hoge Instituut voor Landbouw in Plovdiv werden ampelografische studies uitgevoerd tussen 1951 en 1958. De Sauvignon werd daar gekweekt volgens de Guyot-snoeiwijze, en de druiven werden gevinifieerd. De resultaten van dit onderzoek, dat breed werd verspreid in gespecialiseerde handboeken, legden de basis voor de moderne kennis van de druif in Bulgarije.
In 1960 werden er ongeveer 494 hectare Sauvignon Blanc in het land geregistreerd, goed voor 2,4% van de oppervlakte beplant met witte druivensoorten. De groei bleef nog bescheiden, maar de omstandigheden veranderden snel. Gezien de beperkte diversiteit aan witte wijnen van lokale druiven en de groeiende vraag, zowel nationaal als internationaal, werden vanaf 1968 buitenlandse druivensoorten van kwaliteit op grotere schaal geïntroduceerd. De Sauvignon speelde hierin een belangrijke rol.
Een druif die zich goed aanpast
De aanpasbaarheid van de Sauvignon Blanc aan de Bulgaarse klimatologische omstandigheden werd al snel erkend. In de regio Varna, aan de Zwarte Zeekust, bleek de druif uitstekende geschiktheid voor wijnproductie te hebben: hij verzamelt tot 20,5% suiker, terwijl hij een hoge zuurgraad behoudt - een zeldzaam dubbel voordeel. Deze eigenschap maakt hem een ideale kandidaat voor hoogwaardige droge wijnen, maar ook voor halfdroge, zoete wijnen en zelfs voor basale wijnen die bestemd zijn voor de productie van mousserende wijnen.
De druif levert wijnen op met een verfijnd bouquet, een harmonieuze mondgevoel, tonen van witfruit, citrusvruchten en bloemen, en een levendige zuurgraad. In mousserende wijnen zorgen de groenige, stroachtige tonen en de frisheid voor elegante en feestelijke wijnen.
Geïdentificeerde terroirs, gerichte aanplant
Door microzoning zijn verschillende Bulgaarse regio's geïdentificeerd die bijzonder geschikt zijn voor de teelt van Sauvignon Blanc. In de buurt van het dorp Dragoevo, rond Veliki Preslav, en in de regio Karlovo en rond het dorp Beguntsi, zorgen de klimatologische en pedologische omstandigheden ervoor dat de druif zich volledig kan uiten. In 2007 maakte het gebruik van geografische informatiesystemen het zelfs mogelijk om deze gunstige zones verder te verfijnen.
Gegroeide aanplant
In 2000 was het beplante oppervlak met Sauvignon Blanc ongeveer 1.000 hectare. Vijftien jaar later, in 2015, werden er 321 wijnbedrijven geregistreerd die zich toelegden op de druif, met een totaal van 942 hectare, waarvan een aanzienlijk deel met jonge wijnstokken, wat het hernieuwde interesse van de producenten aantoont. In 2020 is het oppervlak gegroeid naar 1.040 hectare, wat een gestage maar constante groeidynamiek bevestigt.
Het Instituut voor Wijnbouw en Oenologie van Pleven raadt na veel onderzoek de teelt van Sauvignon Blanc aan in bijna alle wijnregio's van het land. Drie clonen – nummers 297, 242 en ISV F2 – zijn goedgekeurd voor nationaal gebruik door de Bulgaarse uitvoerende instantie voor variëteitenonderzoek.
Tussen traditie en innovatie
Sauvignon Blanc is niet alleen een goed aangepaste geïmporteerde druif. Het is ook een instrument voor veredeling, gebruikt in kruisingen met Bulgaarse druiven die nieuwe witte druivensoorten hebben voortgebracht: de Perle de Thrace (kruising met Dimyat) en de Sungurlarski Misket (kruising met Misket Rood).
Vandaag de dag belichaamt de Sauvignon Blanc perfect de link tussen internationaal erfgoed en Bulgaarse innovatie. In enkele decennia is hij van experimentstatus geëvolueerd naar een pijler van de nationale witte wijngaard. En hoewel zijn naam nog steeds de landschappen van Bordeaux oproept, heeft de druif zijn nieuwe thuis gevonden in de Bulgaarse bodems.